Geschiedenis spoorwegen
in en om
Roosendaal

 
Niets uit deze website mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van kopie, op digitale of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van auteur en/of webmaster.
 
 
 

1. Het seinhuis B te Roosendaal

 
 
Het seinhuis B, 1907-1957, zoals het er in de eerste halve eeuw uitzag. Tekening Marius Broos, Roosendaal.
 
 
Een opname uit de beginjaren van het seinhuis B, circa 1925. De foto is met een telelens gemaakt, zodat vanaf het middenperron ter hoogte van het seinhuis P een prachtig beeld ontstond op wisselstraten, seinbruggen en seinpalen op het goederenemplacement met het seinhuis B en in de verte nog het seinhuis D met de locomotievenloods van de HIJSM. Duidelijk zijn de beide dakkapellen op het seinhuis B te onderscheiden.
 
 
Een foto uit 1937 van Pieter Penneweert, destijds opzichter van het Seinwezen in Roosendaal en genomen vanaf de noordoostzijde van het tweede perron, laat het seinhuis B en het overpad vanaf het perron ernaartoe zien, al was dat wel wat simpeler uitgevoerd dan in de jaren zestig (zie een volgend beeld). De omgang van het seinhuis B bevindt zich in de originele toestand, gesteund aan de onderkant met kleine ribgewelven. Een locomotief serie NS 3700 heeft veilig gekregen op spoor 6.
 
 
Een foto uit oktober 1907 toont uiterst rechts het seinhuis B en rechts van het midden het water(reservoir)gebouw, kort voor het in dienst stellen van het nieuwe stationscomplex in de nacht van 3 op 4 november 1907. Behalve de beide seinbruggen, die voor een betere zichtbaarheid deels een witte kleur hebben, zijn er nog twee waterkolommen te zien.
 
 
Het seinhuis B, gezien in 1969 vanaf de noordoostzijde van het perron. De omgang diende uitsluitend voor het schoonmaken van de ruiten, vandaar dat er aan de muur een soort ringleiding was bevestigd om je daaraan bij dat werk vast te houden of vast te leggen. De trap was in 1969 nog volledig origineel, dus uit 1907 (zie vorig beeld). Ook het overpad (samengesteld uit oude dwarsliggers) lag nog op zijn originele plek.
 
Het seinhuis B was tot in 1972 bereikbaar via een pad, eerst bestaande uit steenslag of kolensintels en later uit afgedankte houten dwarsliggers. Dat begon precies aan het einde van het tweede perron en stak meteen de sporen over om bij de trap van het seinhuis B uit te komen.
 
Het perron zelf is vanaf 1972 in drie fasen verlengd tot hetgeen wat er nu buiten de overkapping ligt. Voordien hield het perron bij het einde van de overkapping op. De (kop-)sporen ten oosten van het perron toen dienovereenkomstig gewijzigd. Buiten beeld rechts, op zo'n 350 meter verwijderd van de plek van de fotograaf) stond het seinhuis C met de bijbehorende seinbrug.
 
 
Gezicht op het seinhuis B aan de noordwestzijde, 1961. Een deel van de ramen was in 1957 gewijzigd, waarbij ook de dakkapellen aan weerszijden sneuvelden, waardoor het fraaie uiterlijk van het gebouw flink aangetast. De dakkapel aan de noordwestzijde diende voor de inval van voldoende licht op de handelinrichting. De wijziging met grote glazen ruiten diende voor een beter zicht voor de seinhuiswachter tijdens het hele proces van het heuvelen en het rangeren op het knooppunt in het wagenladingvervoer.
 
De aantasting van het uiterlijk van het seinhuis gebeurde in eigen beheer, zonder dat er een bouwvergunning bij het Roosendaalse gemeentebestuur was aangevraagd. Pas achteraf vond nog goedkeuring plaats. De schoorsteen staat precies op de plek van de vroegere dakkapel aan de noordzijde. Voorheen, liefst vijftig jaar lang, stak een veel kleinere schoorsteen uit de oostzijde van het gebouw. De slechte trek op het kolenvuur en de niet ideale ligging van de kachel zal wel één van de oorzaken van de wijziging zijn geweest.
 
Op de voorgrond, op het overpad, staan opzichter Nieuwkamer, voorman (Piet of Bertus) van de Zande en arbeider 1e klasse en/of plakker Maas. Uit het raam hangt seinhuiswachter Pellemans.
 
 
Wat verderop naar het noordwesten lag destijds een heel lang en woest terrein. Dat heette in de volksmond de 'Hoge Bergen' en was ontstaan in de jaren 1904-1907 bij de aanleg van brede en diepe sloten voor de afwatering van het nieuwe emplacement, maar bleek voor de Bedrijfszelfbescherming (BZB) later ook een goed terrein te zijn om te oefenen. Rechts staat het seinhuis B en uiterst links is de seinbrug te zien boven de sporen naar en van het emplacement voor het goederenvervoer. De foto dateert uit de jaren zestig.
 
 
Nog een plaatje van de 'Hoge Bergen', maar dan verder naar het noordoosten in 1920. Dit terrein werd behalve als oefenterrein van de BZB ook gebruikt voor een dagje uit als speelterrein voor de kinderen van het Roosendaalse spoorwegpersoneel. Duidelijk is de hoogte van het terrein en de begroeiing in vijftien jaar tijd te zien. Op de achtergrond staat de achtsporige polygonale locomotieven-loods van de NS. Een eindje achter de rug van de fotograaf staat het seinhuis C.
 
De foto is gemaakt door hoofdmachinist Karel Vreugde op 14 juli 1920 tijdens de grote schoolvakantie voor de jeugd. Hij stond ook bekend als organisator van groepsreizen naar het buitenland (zoals Zwitserland en Oostenrijk) voor het Roosendaalse spoorweg-personeel. De groepjes telden steeds een man of tien tot twaalf. Logisch dat het destijds niet ging om rangeerders of wegwerkers die dit konden betalen, al reisden de groep met een veel voordeliger biljet.
 
De 'Hoge Bergen' ontstonden in de jaren 1905-1907 als (voorlopig) depot van afgegraven zand. Voor het aan te leggen emplacement werd een hoogte van 4,50 meter boven NAP aangehouden. Daarvoor werd ook 'beter' zand van elders aangevoerd en 'slecht' zand en leem verwijderd. De 'Hoge Bergen' werden pas in 1987 afgegraven, want pas toen wist de NS dit zand voor fl. 1,00 per kubieke meter verkopen aan aannemers in de wegenbouw. Op deze plaats kwam toen een grintwasinstallatie.
 
 
Een nog groene 'hondekop' is als trein van Vlissingen naar Amsterdam zojuist vertrokken. Het desbetreffende sein op de seinbrug staat op veilig. Was in de jaren zestig gewoonlijk een viertje voldoende voor het aantal reizigers, tien jaar later zag je al twee viertjes en een tweetje in deze treindienst. Op de achtergrond staat het seinhuis C (en daarnaast naar links de 'Hoge Bergen (met de na 1957 tot 1972) grootste seinbrug in Roosendaal. Voordien was de seinbrug aan de zuidzijde van het emplacement bij het seinhuis A de grootste. Foto uit brochure: 'Roosendaal, a railway town in development', uitgave Gemeentebestuur Roosendaal, 1966.
 
 
De eerste wijziging na de bouw in 1907 aan de perronzijde van het seinhuis B was het in 1972 aanleggen van een nieuw voetpad vanwege de verlenging van het tweede perron. Maar er kwam toen ook een foeilellijk hekwerk op de omgang van het seinhuis. (Overigens werd na de restauratie in de jaren negentig een nog een veel lelijker hekwerk geplaatst.) De ringleiding bleef evenwel volledig intact. Rond 1990 werd de originele trap uit 1907 vervangen door een nieuwe in aluminium. Die is ook wat minder steil dan zijn oude voorganger. (Het in 1973 afgebroken veel grotere seinhuis C had aan de buitenzijde nog een volledig intact zijnd uiterlijk.)
 
Locomotief NS 538 nadert op zondagochtend 12 mei 1974 met een paar wagens het seinhuis B te Roosendaal. Rangeerder Janus Sep hangt aan een wagen 'buiten boord' en op de locomotief kijkt machinist Kees de Kok of alles naar wens gaat. Inmiddels is er een simpel hekwerk op de omgang rond het seinhuis aangebracht. Die was er in 1969 nog niet, zoals op een vorige plaat goed is te zien.
 
 
Links: Eén van de seinhuiswachters in seinhuis B staat aan de telefoon, circa 1960. De ramen zijn sinds 1957 inmiddels gewijzigd.
De verwarming gebeurt door een potkachel, die in de erker in het midden van het seinhuis staat, vandaar dat de schoorsteen uit de erker stak (op de plaats van de vroegere dakkapel).
 
In vroeger jaren stond de kachel rechtsachter in de hoek. Dat gaf geen comfortabele verwarming, maar of dat door het vele 'enkel glas' aan de noordzijde van het seinhuis (dus 'koude kant') bijdroeg aan een gerieflijk klimaat in de winter, mag worden betwijfeld.
 
Rechts: Gezicht op de handelinrichting in het seinhuis B, die nog tot mei 1994 in gebruik zou blijven en aldus een leeftijd van 87,5 jaar haalde. Vervolgens bleef het seinhuis B ruim twintig jaar lang leeg staan, in afwachting van een 'museumwaardige' toekomst. Want op verzoek van het Roosendaalse gemeentebestuur en met hulp van de plaatselijke heemkundekring (in casu maker van dit item op deze website) was het gebouw, compleet met handel-inrichting, in eerdere jaren op de Rijksmonumentenlijst geplaatst.
 
 
Gezicht op de handelinrichting in het seinhuis B, die nog tot mei 1994 in gebruik zou blijven en aldus een leeftijd van 87,5 jaar haalde. Vervolgens bleef seinhuis B ruim twintig jaar lang leeg staan, in afwachting van een museumwaardige toekomst. Want op verzoek van het Roosendaalse gemeentebestuur en met hulp van de plaatselijke heemkundekring (in casu maker van deze website) was het gebouw, compleet met handelinrichting, in eerdere jaren op de Rijksmonumentenlijst geplaatst. De foto is gemaakt op 21 augustus 1981.
 
 
De foto van een gedeelte van de handelinrichting in seinhuis B is gemaakt op 15 april 1976 toen ik voor het eerst seinhuis B bezocht. De op het rangeerterrein alom aanwezige opzichter Jan van Merode (uiterst rechts) gaf mij daarvoor toestemming. Nog steeds ben ik hem daarvoor heel dankbaar. De rangeerder is Giel Schuurbiers.
 
 
Nogmaals het al eerder geplaatste beeld uit 1925. Links boven de goederenwagens is vaag het dak (inclusief rookafvoerkappen) van de nog altijd bestaanden en gerenoveerde locomotievenloods uit 1907 te zien. Duidelijk is te zien dat de ligging van de sporen tussen het reizigersgedeelte en het goederenemplacement bijna volledig van elkaar was gescheiden. Alle (goederen-)treinen vanaf spoor 7 en hoger reden langs de noordzijde van het seinhuis B. Pas verderop ging het dan verder naar Breda of Rotterdam. Vanaf spoor 4, 5 en 6 kon je wel rechtstreeks naar Breda en Rotterdam vertrekken.
 
De wissels en seinen in en boven de sporen 1, 2 en 3 (rechts, buiten beeld) en in en boven de sporen 4, 5 en 6 (rechts op foto) waren al vanaf het in dienst stellen in 1907 elektrisch bedienbaar vanuit het seinhuis P (gelegen op het tweede perron, achter de rug van de fotograaf). De seinen op de seinbrug links (boven de toegang naar en van het goederengedeelte van het emplacement) en op alle losse seinpalen werden 'getrokken' vanuit seinhuis B.

 
Het gebruik van een telelens geeft een prachtig visueel effect op de wisselstraat tussen de sporen 6, 7, 8 en 9, en ook de seinpalen op het goederenemplacement. In de verte rechts van het midden is het anderhalve meter hoger dan seinhuis B zijnde seinhuis D op het tractieterrein en de locomotievenloods van de HIJSM te ontwaren.
 
 
Een foto, gemaakt met een standaardlens, laat in 1925 mevrouw Johanna Konings-Den Ronden zien, vergezeld van haar zoon Nico (geboren in 1891) en haar dochter Maria (geboren in 1893). Hun vader Petrus, leerlooier van beroep en wonend aan de Markt, was geboren in 1853 te Roosendaal en hun moeder in 1857 te Terheijden. Zij staan ter hoogte van het wachtlokaal op het tweede perron. Op de achtergrond is het seinhuis B te zien en uiterst links het water(reservoir-)gebouw, kijk ook even terug naar de vorige foto.
 
 
De standplaats van de fotograaf ligt niet zover van die op de vorige afbeelding. In 1971 was de situatie nog niet zo heel veel gewijzigd. Het seinhuis B en de seinen zijn nagenoeg nog ongewijzigd aanwezig. Maar eind november 1972 was dat afgelopen met de seinbrug over de sporen 4, 5 en 6.
 
 
Gezicht op 3 augustus 1975 vanaf de 'Hoge Bergen' op het emplacement Roosendaal met links de grote douanegoederenloods en rechts het seinhuis B met de bijbehorende seinbrug. Op de voorgrond liggen de sportvelden en kleedruimten van de 'Spoorweg Sport- en Ontspannings Roosendaal' (SSVR). Midden boven dit lokaal steekt het heuvelsein uit (en daaronder ligt de rangeerheuvel) . In de verte zijn nog enkele andere hoge gebouwen in Roosendaal te ontwaren.
 
Behalve het stationsgebouw en de voormalige (douane-)goederenloods zijn alle gebouwen en inrichtingen inmiddels verleden tijd. Alleen het seinhuis B overleefde de sloop en werd in een spectaculaire operatie naar een plekje bij de locomotievenloods gereden.
 
 
Een foto uit circa 1925 van de seinbrug bij het seinhuis B laat in de verte rechts de rangeerheuvel zien met heuvelseinpaal (zie ook foto rechts). Stonden de twee armen uit elkaar, dan kon er worden geheuveld. Indien niet toegelaten, dan stond het heuvelsein zoals rechts in beeld. De foto links toont het handmatig voortbewegen van een goederenwagen. Wat er aan de hand was, is niet vermeld. De drie andere wagens staan echter op een ander spoor.
 
Op de seinbrug had de middelste seinpaal twee armen. De onderste diende als voorsein voor het hoofdsein bij de splitsing naar Breda en Rotterdam aan de oostzijde van het emplacement. De bovenste gaf veilig wanneer een goederentrein de heuvel mocht worden opgetrokken.
 
 
Wat op de vorige foto slechts in de verte was te zien (ongeveer in het midden) is hier van nabij gefotografeerd. In de normale stand was het heuvelsein maar amper zichtbaar, maar stonden de twee armen uit elkaar, dan kon er worden geheuveld. Indien niet, dan stond aat het heuvelsein zoals rechts apart in beeld is gezet. Uiteraard stond er aan de voet van het heuvelsein een kleine wachtpost, want de dienstdoende wachter stond anders in regen en wind, in regen of sneeuw, en dat overdag of 's nachts. Rechts staat het seinhuis C. Het verschil in hoogte op de heuvel of het terrein ernaast is goed te zien.
 
 
Was eenmaal een goederentrein (lang of kort, dat maakte niet uit) vanaf het emplacement over de heuvel getrokken, dan kon het 'heuvelen' beginnen. Stapvoets duwde de locomotief de trein terug in de richting van het station. Juist over de heuvel stond een rangeerder met een knuppel (dat was de 'knuppelaar') klaar om één of meerdere wagens tegelijk te ontkoppelen, dit alles volgens het 'heuvelbriefje'. Eenmaal voorbij de heuvel rolden de wagens naar een bepaald spoor op het emplacement. De seinhuiswachter moest immers aan de hand van hetzelfde 'heuvelbriefje' de wissels goed leggen voor de wagens naar een bepaald spoor. Het was opletten en consequent werken aan de hand van het 'heuvelbriefje'.
 
Links op de foto is de 'knuppelaar' aan het werk en rechts plaatst een rangeerder een remschoen. Dat was nodig om wagens die met een wat te hoge snelheid naar beneden kwamen wat af te remmen, voordat deze met een te hoge snelheid op de op dat spoor staande wagens knalden. Zie verderop in dit beeldverslag.
 
 
Fotograaf L. Hessels (in dienst bij de NS) laat op 4 juni 1954 zien dat een koelwagen de heuvel afloopt. Het heuvelsein toont veilig. Rechtsonder staat het seinhuis C.
 
 
Fotograaf L. Hessels (in dienst bij de NS) laat op 4 juni 1954 zien dat het middelste sein op de seinbrug bij het seinhuis B twee armen had. De onderste arm diende als voorsein voor het hoofdsein bij de splitsing naar Breda en Rotterdam aan de oostzijde van het emplacement. Inmiddels rijdt een goederenwagen de rangeerheuvel af. In de verte is het seinhuis C nog te ontwaren.
 
 
Fotograaf L. Hessels (in dienst bij de NS) laat op 4 juni 1954 zien dat het middelste sein op de seinbrug bij het seinhuis B twee armen had. De onderste arm diende als voorsein voor het hoofdsein bij de splitsing naar Breda en Rotterdam aan de oostzijde van het emplacement. De bovenste gaf veilig, wanneer een goederentrein vanaf het emplacment naar de rangeerheuvel werd getrokken, zoals hier in beeld is gebracht. In de verte is het seinhuis C met de bijbehorende seinbrug nog te ontwaren.
 
 
Gezicht op de rangeerheuvel en de bijbehorende seinbrug, circa 1970. Alles is nog compleet aanwezig, zoals aangelegd in de jaren 1907-1914. Alleen ontbreekt aan de middelste paal de vroegere (voor)seinarm. In de verte staat het seinhuis C met de bijbehorende seinbrug. Een locomotor (links op het zijspoor) stond steeds gereed voor het opdrukken van een of meer te vroeg gestopte wagens naar het gewenste spoor of het ophalen en opnieuw plaatsen van een naar een verkeerd spoor 'afgelopen' wagen. Om alle sporen van het goederenemplacement bereikbaar te houden, waren drie Engelse wissels en een kruising noodzakelijk. De rangeerheuvel met heuvelseinpaal ligt midden in beeld.
 
 
Gezicht vanaf de rangeerheuvel op het seinhuis B, de seinbrug, het goederenemplacement en uiterst links het stationsgebouw met de perrons. Rechts staat het verblijf voor het personeel dat bij de goederendienst is betrokken. Vóór september 1944 was dat ook het water(reservoir)gebouw voor de stoomlocomotieven. Dat water werd opgepompt uit diepere aardlagen aan de zuidzijde van de stad en in de hooggelegen waterreservoirs opgeslagen. Van hieruit werd de diverse waterkolommen op het hele emplacement van water voorzien. Na het einde van de stoomlocomotieven in 1958 was dat definitief verleden tijd. Het waterreservoirgebouw werd een flinke kop kleiner gemaakt, zodat alleen de gelijkvloers liggende lokalen overbleven die altijd al onderdak hadden geboden voor de rangeerderspersoneel.
 
Rechts van dit vroegere waterreservoirgebouw staat een vestiging van 'NV Asselbergs IJzerindustrie en Handelsmaatschappij' uit 1955. Die had haar hoofdvestiging in Bergen op Zoom (met zelfs een spooraansluiting via een draaischijf) en wist het in Roosendaal nog geen twintig jaar vol te houden, waarna het hele fabriekscomplex werd afgebroken na een jarenlange leegstand.
 
 
In 1986 werd het vroegere spoor rechts met wisselverbindingen opgebroken. Duidelijk is te zien hoe (delen van Engelse) wissels zijn weggehaald. Op het opgebroken spoor rechts stond altijd de locomotor voor het opdrukken van te vroeg gestopte wagens naar het gewenste spoor of het ophalen en opnieuw plaatsen van naar een verkeerd spoor afgelopen wagens. Tegelijk met het opbreken van het spoor en de wisselverbindingen werd het desbetreffende sein van de seinbrug gehaald en de handelinrichting in het seinhuis B uitgekleed. Rechts lag eerder het spoor waarop een locomotor steeds stand-bye stond voor het ophalen en opnieuw plaatsen van een naar een verkeerd spoor 'afgelopen' wagen. In de verte zijn ook de seinpalen voor elk goederenspoor te zien.
 
 
Een beeld vanuit de cabine van een locomotief op de rangeerheuvel toont het 'levendige' goederenemplacement in 1986 en aan de linkerzijde het seinhuis B, de wisselstraat die er al in 1907 lag en een paar treinstellen op het spoor 4 langs het reizigersperron.
 
 
Een rangeerder plaatst een remschoen, zodanig dat de aflopende goederenwagens naar inschatting met een minimale snelheid tegen de verderop staande goederenwagens zullen lopen of kort ervoor stil komen te staan. Rechts staat het seinhuis B en links kijken heren van Roosendaalse gemeentelijke diensten en het bedrijfsleven belangstellend toe. Foto Ben Steffen, 7 december 1972, collectie WBA.
 
 
Nog maar enkele meters en de aflopende goederenwagens rijden met luid geknars tegen de remschoen, zodat die een behoorlijke vertraging krijgen en naar eigen inschatting met een minimale snelheid tegen de verderop staande goederenwagens zullen lopen of kort ervoor stil komen te staan. Rechts staat het seinhuis B en links kijken heren van Roosendaalse gemeentelijke diensten en het bedrijfsleven belangstellend toe. Foto Ben Steffen, 7 december 1972, collectie WBA.
 
 
Uiteraard mogen de heren van Roosendaalse gemeentelijke diensten en het bedrijfsleven ook een kijkje op het seinhuis B nemen. Maar alleen als de seinhuiswachter (rechts bij de handelinrichting) even geen dienst heeft met aflopende wagens, want dan is het voor hem opletten geblazen en hard werken met het beurtelings trekken van wissels naar de diverse sporen. Foto Ben Steffen, 7 december 1972, collectie WBA.
 
 
Natuurlijk ging het tijdens het rangeren wel eens mis. Een koelwagen van de 'Rotterdamsche Koelvrieshuizen' ligt op 30 april 1926 gekanteld uit de rails. De gesloten goederenwagen is behoorlijk geramd en gehavend uit de strijd gekomen. Erachter staat het water(reservoir)gebouw voor de stoomlocomotieven.
De plaatselijke krant 'De Grondwet' bracht het nieuws de volgende dag netjes en zonder enig ophef: 'Gistermorgen ontspoorden op het goederenemplacement alhier 2 goederenwagens. Na ruim 2 uren werkens door de daarvoor aangewezen ploeg waren ze weer op het spoor. Er ontstond geen vertraging.'
 
 
 
In 1986 werd het Roosendaalse goederenemplacement ter hoogte van het seinhuis B flink uitgekleed. Na het verplaatsen van het werk naar het nieuwe Kijfhoek met het samenstellen en uit elkaar halen van goederentreinen werd in Roosendaal nauwelijks nog gerangeerd. Niet langer hoefde een locomotor nog standby te staan om een vastgelopen of op een fout spoor terecht gekomen goederenwagen alsnog een duwtje te geven of op te halen. Het desbetreffende spoor (uiterst links) werd dan ook opgebroken.
 
Een tweetal 22/2300'en heeft veilig gekregen voor vertrek in de richting Breda of Rotterdam. De rangeerheuvel is nog niet afgegraven, maar dat zal niet lang meer duren. Goed is ook te zien dat het spoor naar of van de rangeerheuvel diende als aansluiting naar de in de verte zichtbare grintwasserijsporen uit circa 1985 met de mogelijkheid om 'om te lopen'. Links lag eerder het spoor waarop een locomotor steeds gereed stond voor het ophalen en opnieuw plaatsen van een naar een verkeerd spoor 'afgelopen' wagen.
 
 
De seinbrug bij het seinhuis B werd vrij snel één van de laatste der Mohikanen in Nederland. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat menige extra trein met spoorwegbelangstellenden (en de locomotieven ex OBB 52.3879 en ex DB 41.105) op een reis van Rotterdam naar Goes in Roosendaal niet langs het perron werd geleid, maar langs het seinhuis B en de seinbrug. De foto is gemaakt op 29 april 1990.
 
 
Staande aan de voet van het seinhuis B en kijkend in noordwestelijke richting zag je vanaf medio 1972 de post voor de NX-beveiliging ontstaan. Het gebouw kreeg een 'fabelachtig' eenvoudige buitenkant. Het had meer het uiterlijk van een opgeblazen schuur. Enkele tientallen jaren later ontstond hieruit een nieuw onderkomen voor de beveiliging van alle hoofdsporen in West-Brabant en Zeeland.
Of het huidige gebouw nu fraai is of niet, ook daar kun je over redetwisten, maar het is in elk geval meer dan een schuur en nooit toegankelijk voor mensen van gemeentelijke diensten en het bedrijfsleven. Het gebouw ernaast, wat in vroegere dagen de basis was van het waterreservoirgebouw, is er overigens nog steeds.
 
 
Gezicht op het seinhuis B vanaf het rangeerterrein. Alles lijkt overdag al in diepe rust. Het liep in de late jaren tachtig snel af met het dagelijks heuvelen in Roosendaal. De seinbrug telde nog maar twee seinpalen, terwijl de rangeerheuvel al was afgegraven, toen de foto in 1993 werd gemaakt. In de verte links lag eerder het spoor, waarop een locomotor steeds stand-bye stond voor het ophalen en opnieuw plaatsen van een pf meer naar een verkeerd spoor 'afgelopen' wagens.
 
 
Het seinhuis B met de handelinrichting werd na de sluiting in 1993 netjes achtergelaten. Dat zou maar liefst tot in april 2013 duren.
 
 
Vanwege de krappe ruimte was het onmogelijk om de handelinrichting zonder een behoorlijke en goede groothoeklens in zijn geheel te fotograferen, vandaar dat dit op 21 augustus 1991 in twee delen is gebeurd. De witte vierkantjes zijn geplaatst bij hetzelfde handel (genummerd met een wit cijfer op een rode ondergrond).
 
 

2. Rondom het seinhuis B op bevrijdingsdag 1987

 
In maart 1987 verscheen een boekje met als titel ‘Roosendaal, een spoorwegstation als ’s lands voorportaal’. Het eerste exemplaar werd overhandigd aan de toenmalige rayonchef J.A. Veen, die als zodanig in dienst was van medio 1984 tot eind 1987. Het was voor mij de gelegenheid hem te vragen een bezoek te mogen brengen op plaatsen die normaal niet voor het publiek toegankelijk zijn. Hij kwam zijn toezegging na en regelde via zijn groepschefs enkele excursies in april en mei 1987. Dat bracht mij op 5 mei 1987, nu dus bijna 35 jaar geleden, tussen de sporen rondom het seinhuis B, waar het toen nog een komen en gaan was van goederentreinen en zelfs een enkele posttrein.
 
 
Op het emplacement van Roosendaal stonden tot de modernisering in 1994 een groot aantal rood-witte seinpalen. Hun oorsprong ging terug in de regelgeving bij de 'Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen'. Zo er nu op een ochtend nauwelijks of niets meer gebeurt, zo druk was het nog op 5 mei 1987. Roosendaal telde nog mee in de goederendienst. Treinen werden samengesteld en gesplitst. Af en toe gebeurde er nog een 'stootje'. Goederentreinen kwamen aan en vertrokken na een wisseling van machinist of het in- en uitzetten van enkele wagens, in plaats van thans over spoor 2 tussen de beide perrons voorbij te rijden.
Van links naar rechts zijn te ontwaren: locomotieven NS 1150, 362, 1311, 624, 1220 (en erachter een 1300) en twee 24/2500'en.
 
 
Nog een plaatje met van links naar rechts: locomotieven NS 1311, 1119, 624, 1220 (met erachter een 1300) en twee 24/2500'en.
 
 
Op de beide kopsporen aan de oostzijde van het tweede perron staan de locomotieven NS 1654 (en erachter NS 1145) en 'Benelux-hondekop' NS 1202 als reserve. Helemaal rechts is het seinhuis B uit 1907 te zien. Het is sinds 2001 een Rijksmonument en wachtte op verplaatsing naar elders.
 
 
In 1987 was de rangeerheuvel al enkele jaren buiten dienst. Kijfhoek had volledig de functie van Roosendaal als groepshoofdstation in het goederenvervoer overgenomen, zodat een rangeerheuvel in Roosendaal niet meer nodig was. De hinderwetvergunning liep af en een nieuwe werd niet meer aangevraagd, zeker ook omdat de NS dan moest gaan voldoen aan nieuwere regelgeving.
 
Enkele maanden voor het maken van de foto was het spoor rechts met wisselverbindingen opgebroken. Duidelijk is te zien hoe delen van de Engelse wissels zijn weggehaald. Op het vroegere spoor stond altijd de locomotor voor het opdrukken van te vroeg gestopte wagens naar het gewenste spoor of het ophalen en opnieuw plaatsen van naar een verkeerd spoor afgelopen wagens. Tegelijk met het opbreken van het spoor en de wisselverbindingen werd het desbetreffende sein van de seinbrug gehaald en de handelinrichting in het seinhuis B uitgekleed. Slechts de bovenleiding bleef nog wat langer hangen.
 
 
Elke ochtend tegen half elf vertrok er een posttrein van Roosendaal naar 's-Hertogenbosch. Vanaf het EKP aan de Kade ging het over het goederenemplacement langs het seinhuis B, waar op 5 mei 1987 het sein op veilig kwam te staan voor mP 3002 en vier gP's. Links stond locomotief NS 1311 te wachten met een wagenladingentrein naar Kijfhoek.
 
 
Na het vertrek van de posttrein is het de beurt aan locomotief NS 1311 met een wagenladingentrein uit Belgie naar Kijfhoek.
 
 
Na de goederentrein was er gelegenheid voor rangeerwerk. Locomotief NS 624 heeft zojuist de laatste wagen van een rangeerdeel een 'stootje' gegeven. Als vanzelf rolt hij naar het goede spoor. Onder de seinbrug is het gebouw voor de rangeerdienst te zien. Het is een restant van het vroegere water(reservoir)gebouw uit 1907. Rechts daarvan staat het gebouw van de Centrale Verkeersleiding (CVL) in de regio Zuid-West uit 1972. Overigens werd de rangeerheuvel opgebroken in 1991 en de seinbrug in 2002 verplaatst naar het tractieterrein.
 
 

3. Een tweede leven op het vroegere tractieterrein

 
 
BIj de restauratie en verplaatsing bleef de seinbrug in de toestand, zoals hij was na het buiten gebruik stellen in 1994. De foto is gemaakt op 8 april 2013, in de tijd dat de locomotievenloods volledig leeg stond en al flink werd aangetast door wind en water.
 
Verhuizing en renovatie seinhuis B Roosendaal voltooid
Seinhuis B in Roosendaal, ontworpen door spoorwegarchitect ir. G. van Heukelom en gebouwd in 1907, was in 1994 één van de laatste klassieke posten van ons land die buiten dienst werd gesteld. Na de laatste dienst stond het seinhuis jarenlang ongebruikt tussen de sporen op het Roosendaalse stationsemplacement. Het gebouw, dat enige tijd na de buitendienststelling op de monumentenlijst werd geplaatst, raakte meer en meer in verval vanwege gebrek aan onderhoud. Door de ligging te midden van de sporen was het geven van een nieuwe bestemming aan het gebouw, zoals het openstellen voor publiek, niet mogelijk. Uiteindelijk werd besloten om seinhuis B ongeveer 1,5 kilometer te verplaatsen en een nieuwe plek te geven bij de monumentale loods, waar eerder ook al de klassieke seinbrug naartoe was verhuisd.
 
Op 10 en 11 april 2013 vond de verhuizing plaats, waarbij het 240 ton wegende gebouw op spectaculaire wijze over de weg werd vervoerd naar de nieuwe bestemming. Daarna is de post van binnen en buiten volledig gerenoveerd, waarbij de schijvenkelder, deels met behoud van authentieke details, een nieuwe bestemming als kantoorruimte kreeg. De verdieping werd opgeknapt, waarbij de handelinrichting behouden bleef. Met de verhuizing en renovatie van het seinhuis was in totaal 1,8 miljoen euro gemoeid, betaald door ProRail, provincie Noord-Brabant, gemeente Roosendaal en stichting BOEi (Nationale Maatschappij tot Behoud, Ontwikkeling en Exploitatie van Industrieel Erfgoed). Na afronding van de renovatie werd het seinhuis in november 2013 door ProRail aan stichting BOEi overgedragen.
 
 
Het seinhuis B volgde compleet met een flink verroeste handelinrichting pas in 2013. Vervolgens werd de buitenkant zeer ingrijpend gerestaureerd, met een totaal afwijkend en zeer lelijk hekwerk op de omgang. De vroegere dakkapellen kwamen uit geldgebrek niet terug. Of de kleurstelling van ramen en deuren juist is, blijkt niet uit foto's uit het verleden, maar zal wel uit kleuronderzoek op de oude delen zijn gebleken.
 
 
In de winter van 2013-2014 stond het seinhuis B eenzaam en alleen op de nog kale vlakte nabij de locomotievenloods...!
 
 
De (flink uitgeklede) handelinrichting van het seinhuis B, die nog tot mei 1994 in gebruik was gebleven en zo een leeftijd van 87,5 jaar haalde, bleef in 2014 en daaropvolgende jaren onaangeroerd, in afwachting van een museumwaardige toekomst.
 
 
Een verplaatsing van alleen de handelinrichting naar een museumspoorwegbedrijf zat er helaas niet in vanwege een tegenwerkend gemeentebestuur. Alleen dan was een restauratie door vaklieden mogelijk geweest. Inmiddels zijn die na bijna veertig jaar niet meer voorhanden.
 
 
Nog een plaatje van de inmiddels sterk verroeste handelinrichting. Pas in 2013 werd het seinhuis met medewerking van ProRail naar het tractieterrein verplaatst, compleet met de inmiddels sterk verroeste handelinrichting. En zo stond het er nog eens tien jaar bij.
 
 
De 'Stichting tot Behoud van Industrieel Erfgoed' liet het gebouw uitwendig opknappen. Opmerkelijk veel van de houten kapspanten kon behouden blijven.
 
 
Het foeilelijke hekwerk op de omgang maakt het seinhuis er echter niet mooier of authentieker op, het is een flagrante schending van het uiterlijk en dat 'onder toezicht' van 'Monumentenzorg'. Had de toegang tot de omgang (zoals die was in de jaren 1907-1970) hersteld, maar wel onmogelijk gemaakt door een apart in te zetten hekwerk boven aan de de trap. Voor het geld dat je nu kwijt was aan dat hekwerk, kon je bij wijze van spreken de vroegere dakkapellen herplaatsen.
 
 
Alleen met Open Monumentendag is het vroegere seinhuis B slechts één of twee dagen per jaar toegankelijk. Maar even goed ging er ook wel eens een jaar voorbij, zonder dat er iemand een kijkje kon nemen. De foto is gemaakt op 11 september 2020.
 
 
Behalve het foeilelijke hekwerk aan het gebouw en het ontbreken van de dakkapellen, die destijds voor een goed daglicht op de handelinrichting zorgden, vormt het 'seinhuis B' met locomotievenloods een aardig ensemble uit vroegere tijden, 18 juli 2017.
 
Beter ware geweest om de dakkapellen volledig te herstellen en de omgang rond het seinhuis in de oorspronkelijke toestand te brengen. Die kon ook hermetisch voor publiek worden afgegrendeld met schermen aan weerszijden van de trap boven. Dat alles had de historische uitstraling van het seinhuis B flink verbeterd, zoniet haast benaderd in de toestand uit vroegere jaren. Overigens is het seinhuis B na tien jaar weer, water en wind toe een een flinke schilderbeurt...!
 
 
In 2018 was er met Open Monumentendag een pendeldienst met een vroegere stadsautobus van de BBA tussen de Molenstraat via het NS-station naar de werkplaats en het seinhuis B.
 
 

4. In sneeuw en storm op Tweede Kerstdag 2014

 
Ries Koen maakte op Tweeede Kerstdag 2014, terwijl iedere Roosendaler zich koesterde in een lekker warm huis, een achttal foto's.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

5. Een opknapbeurt van de handelinrichting

 
 
In 2013 was het seinhuis dus op last en kosten van ProRail naar het vroegere tractieterrein (bij de locomotievenloods verplaatst, compleet met de zeer sterk verroeste handelinrichting. De 'Stichting tot Behoud van Industrieel Erfgoed' (BOEI) liet het hele gebouw uitwendig opknappen, maar in de seinzaal gebeurde er tot september 2024 helaas niets aan de handelinrichting.
 
 
 
Pas toen een klein groepje vrijwilligers de handen ineen sloeg om de handelinrichting een uiterlijke opknapbeurt te geven, kon men het seinhuis B met Open Monumentendag 2024 (14 en 15 september) laten stralen. Op die twee dagen liet de zon zich van de goede kant zien, zodat de oude handelinrichting uit 1907 na 117 jaar weer eens straalde. De op de handelinrichting liggende boeken, foto's, instructies en archivalia tonen het een en ander over het vroegere 'Seinwezen'.
 
 
Stond op die twee Monumentendagen in 2024 de locomotievenloods heel de dag in een mooi zonnetje, 's avonds laat was het met kunstlicht nog de beurt aan het seinhuis B (zie onder).
 
 
Stond op die twee Monumentendagen van 2024 de locomotievenloods de hele dag in een mooi zonnetje, 's avonds laat was het met kunstlicht nog de beurt aan het seinhuis B.
 
 
Meer informatie over het station Roosendaal is te vinden in het boek 'Roosendaal, een spoorwegknooppunt als 's lands voorportaal in het zuiden, 1854-1996'.